Business Intelligence werd op het einde van de jaren 50 voor het eerst gebruikt door H.P. Luhn. Hij definieerde BI als “het vermogen om de onderlinge verbanden van voorgestelde feiten zodanig te bevatten dat de actie op een gewenst doel kan worden gericht.” Vroege ontwikkelingen die verband houden met Business Intelligence (BI), kunnen worden teruggevoerd tot de inspanningen in 1985 van Procter & Gamble om een DSS-systeem te ontwikkelen dat verkoopinformatie en winkelscannerdata met elkaar in verband bracht.

Rond 2000 waren de meeste activiteiten gericht op het realiseren van technologieën, normen en processen om data vast te leggen, te rationaliseren en op te roepen, en op bedrijfsrapportering. Datawarehouses, datamarts, datawoordenboeken en ETL-processen (ETL = “Extract, Transform and Load”) werden alomtegenwoordig. Dit stadium kan worden beschouwd als het begin van de omzetting van data in informatie en het gebruik van die informatie als leidraad voor de (operationele) besluitvorming.

Olivier Hermans, Business Intelligence Consultant en Ludo Bourguignon, Business Intelligence Competence Manager van SQLI Belgium geven hun visie op BI & Analytics in 2016:

Een versnelling hoger schakelen in analyse

Wanneer ze juist wordt toegepast, zijn de voordelen van analyse onbetwistbaar en leiden ze zelfs tot een concurrentievoordeel. Bedrijven die werden beoordeeld door ROI-onderzoeksbureau Alinean, hebben over het algemeen een return on investment van +1000 % gezien, dankzij BI-tools die een significante impact hebben op de optimalisatie van de productieketen, het voorraadbeheer of de inkomsten.

Niettegenstaande investeringen die in de tientallen miljoenen dollar reiken, leveren BI- en analyseprojecten vaak twijfelachtige resultaten op. Ondanks de stappen die de industrie de laatste 50 jaar voorwaarts heeft gezet (en tijdens de veel langere geschiedenis van statistiek), is het tamelijk verbijsterend dat het nog altijd zo moeilijk is om resultaat te behalen: uit een studie van Gartner blijkt dat tussen de 70 % en 80 % van de BI-projecten mislukt (Patrick Meehan, President and Research Director, Gartner’s CIO Research group).

Enkele belangrijke valkuilen:

• Ontoereikende of zelfs niet-bestaande ondersteuning van het bedrijf. Dit resulteert in een vaag verband met de doelstellingen en de resultaten. In dezelfde geest ligt de veronderstelling van IT dat, van zodra de ontwikkeling is voltooid, het bedrijfsleven wel zal meestappen in het verhaal.
• Datasilo’s die zijn geïsoleerd door bedrijfsonderdelen en/of geografische lijnen, wat nog verder wordt versterkt door een ontoereikende governance met betrekking tot het eigenaarschap en de toegang tot vereiste gegevens, waardoor het inzicht in en de oplossing van inconsistenties worden gehinderd (vaak in die mate dat ze niet langer kunnen worden opgelost).
• Een te lange ontwikkelingsperiode waarna wordt ontdekt dat de bedrijfsbehoeften zijn veranderd dus gewoon te complexe oplossingen die te laat te weinig opleveren.

De huidige problemen lijken alleen maar groter te worden wanneer de verwachte ontwikkelingen in aanmerking worden genomen.

The future (and it’s challenges) is now

“Memory”-computing, de steeds groter wordende rekenkracht van computers, sterkere netwerken, realtimeverwerking, datameren, een krachtigere en gebruikersvriendelijke data discovery, datavisualisatie en voorspellende tools geeft nieuwe mogelijkheden om data om te zetten in waarde.

Enkele van de mogelijkheden die we SQLI ziet:

1.    Het nemen van op feiten gebaseerde beslissingen

Voor heel wat bedrijven betekent analyse nog altijd rapporteren over het verleden en de huidige status van de KPI’s in vergelijking met de objectieven. Dat is geen grote verrassing want 80 % van de informatiegebruikers in een bedrijf heeft operationele gegevens nodig over de huidige status van de voorraad, klanten, leveranciers, banken, enz. De andere 20 % van de informatiegebruikers, zij die zijn betrokken bij de ondersteuning van de besluitvorming of bij de feitelijke besluitvorming, heeft echter de mogelijkheid om voorspellingen te doen en beslissingen te nemen die op feiten zijn gebaseerd.

Om het gedrag te voorspellen en op feiten gebaseerde beslissingen te nemen, zijn er meer data nodig dan diegene die zijn terug te vinden zijn in het transactionele systeem van een bedrijf. Volgens Merrill Lynch maken niet-gestructureerde data 85 % van de data binnen een bedrijf uit. Met de nieuwste technologieën is het mogelijk om relevante informatie te halen uit dergelijke niet-gestructureerde of halfgestructureerde data: e-mails, memo’s, rapporten, witboeken en sociale media. Momenteel zijn deze data in de meeste bedrijven niet beschikbaar voor analyse. Gebruikmaken van de juiste algoritmen voor dit soort data over uw werknemers of klanten kan, op basis van die onaangeboorde data, helpen bij het detecteren van de ontevredenheid van de werknemer voordat het te laat is, en helpen bij het verhogen van de omzet en het winnen van marktaandeel.

2.    Beter performance management

• Performance management-tools kunnen efficiënter en krachtiger worden dankzij de beschikbare technologieën. Terwijl data, om prestatieredenen, vroeger werden verzameld in datawarehouses, maakt “in memory”-computing het mogelijk om data veel gedetailleerder te bewaren. Die gedetailleerdheid kan Activity Based Costing (ABC) efficiënter in gebruik maken. ABC verleent inzicht in de winstgevendheid van klanten en producten, en maakt het bijgevolg mogelijk om betere beslissingen te nemen. Tot op heden waren ABC-modellen echter complex en vereisten heel wat berekeningen en zijn dan ook niet flexibel in veranderende situaties . Dankzij “In memory”-computing kunnen flexibelere ABC-modellen ontwikdeld worden.
• Een andere performance management-tool is planning. Hoewel het planningsproces de afgelopen jaren aanzienlijk is verbeterd, met “in memory”-computing, statistische analyse en algoritmen, kan het proces veranderen van jaarlijkse cycli in continue rolling forecasts. Daarbij kan een bedrijf zich toespitsen op het rapporteren van uitzonderingen of uitschieters om zo de planning aan te passen waar nodig.

3.    Vereenvoudigde rapportering

20 jaar geleden bepleitten consultants dat bedrijfsinformatie het aantal rapporten zou verminderen, en dat dit voor besparingen zou zorgen op de tijd van mensen en op de kosten van papier. De rapporten werden gedigitaliseerd, waardoor op papier en tijd werd bespaard, maar het eigenlijke aantal rapporten nam niet af. Waarom hebben bedrijven hebben nog altijd veel rapporten die variaties zijn op hetzelfde thema.

• Governanceregels die resulteren in verschillende kopieën van hetzelfde rapport (per niveau, regio, productassortiment …)
• Versies met dezelfde opmaak, maar met verschillende detailniveaus (samengevoegd vs. gedetailleerd)
• Een vaste opmaak, wat bijvoorbeeld resulteert in een rapport dat maanden vergelijkt, een ander dat weken vergelijkt, nog een ander dat kwartalen vergelijkt, enz.
• Een gebrek aan flexibiliteit dat een ad-hocanalyse verhindert, wat resulteert in n versies van hetzelfde rapport.

De nieuwe datavisualisatie-tools worden gekenmerkt door een hoge mate van selfservice en bieden gebruikers de mogelijkheid om hun verhaal te vertellen dankzij hun data of om steeds over de meest recente gegevens te beschikken om zo ad-hocvragen te kunnen beantwoorden. Dat opent veel deuren maar bij SQLI zijn we wel van mening dat dit gepaard gaan met de nodige uitdagingen uitdagingen die niet noodzakelijk nieuw zijn maar hoofdzakelijk van organisatorische en menselijke aard.

4.    Impact op mensen, op de organisatie en de processen ervan

Om de data van een organisatie zo waardevol mogelijk te maken moeten bepaalde gebruikers behalve over statistische kennis ook over kennis beschikken met betrekking tot welke algoritmen moeten worden gebruikt. Daarvoor moet het bedrijf personeel in dienst nemen met het profiel van een datawetenschapper, of de kennis verwerven door een beroep te doen op een leverancier.

Wat de organisatie betreft, blijft de uitdaging erin bestaan om een productieve samenwerking tot stand te brengen tussen het bedrijf en IT. Dankzij de mogelijkheden van de nieuwe rapporteringstools die op de markt verkrijgbaar zijn, kan het bedrijf de rol van rapporten op te stellen (het frontendgedeelte), overnemen van IT.

5.    Behoefte aan één versie van de waarheid

Wanneer iedereen rapporten begint op te stellen, bestaat de uitdaging erin om slechts één versie van de waarheid te verkrijgen. Hier heeft IT de belangrijke rol om voor backendsystemen te voorzien met geverifieerde data waarop het juiste beveiligingsniveau is toegepast. Om tot één versie van de waarheid te komen, is het belangrijk dat een organisatie begrijpt welke data belangrijk zijn voor haar bedrijf, en wat er moet worden geanalyseerd, gemeten en gerapporteerd. De bedrijfskennis, de analysevaardigheden en de vaardigheden op het gebied van dataopslag die daarvoor nodig zijn, kunnen worden samengevoegd in een analysekenniscentrum. Dat kenniscentrum zou dan verantwoordelijk zijn voor de governance van de enige versie van de waarheid.

Deze blog is mede tot stand gekomen door Olivier Hermans, Business Intelligence Consultant at SQLI Belgium.