Home Data & Storage Datacenters: zo onderscheiden ze zich van elkaar

Datacenters: zo onderscheiden ze zich van elkaar

206

In een eerdere blog kon u lezen waarom een datacenter belangrijk is om alle digitale informatie in goede banen te leiden. En u kreeg een idee over de opbouw en het beheer van een datacenter in de praktijk. Maar hoe kunt u de verschillende types datacenters van elkaar onderscheiden?

Datacenter normeringen

Meer dan 15 jaar geleden ontwikkelden organisaties zoals het Amerikaanse Uptime Institute, opgericht in 1993, en het BICSI de eerste normen voor het ontwerp, de bouw en het beheer van datacenters. De Telecommunications Industry Association kwam pas in 2005 met haar standaard TIA -942-A, eerder gericht op telecom dan op IT. Deze normeringen gebruiken we ook nu nog bij het selecteren van datacenters.

Het Uptime Institute, wellicht het voornaamste kennisplatform op het vlak van onderzoek en het opstellen van protocollen op het gebied van datacenters, is de grondlegger van de zogenaamde TIER normering voor datacenters. Zij zijn ook het enige instituut dat vrij dure certificaten aflevert met als resultaat dat de meeste datacenters wel claimen dat ze de normen als leidraad volgen, echter zonder officieel gecertificeerd te zijn door het instituut zelf.

Tier 1 t/m 4 als classificatie

Over het algemeen onderscheiden de normen meestal vier types datacenters. Al naar gelang de gebruikte apparatuur in het datacenter. Concreet gaat het om redundante dieselgeneratoren en UPS ‘en. Elk type datacenter is gerangschikt op prestatie en uptime en omvat de eisen van de voorgaande klasse:

  1. Basistype en niet redundant: capaciteitseisen voor een dedicated datacenter locatie.
  2. Basistype maar wel redundant: capaciteitscomponenten die de beschikbaarheid van het datacenter verbeteren.
  3. Continu te handhaven: hoger redundantie niveau, waardoor de subsystemen van het datacenter kunnen blijven werken tijdens vervanging of onderhoud van onderdelen van de subsystemen.
  4. Nul fouten tolerantie: datacenter met volledig redundante subsystemen.

De TIER-levels

Het Uptime Institute categoriseert de datacenters in vier levels: TIER I, II, III en IV. Deze levels corresponderen met het aantal garanties voor het type gebruikte hardware om te zorgen voor de continuïteit door middel van redundante oplossingen.

Tier 3 datacenters

Tier classificaties geven de verschillende types van redundantie aan die datacenters bieden. Deze classificatie is mede verbeterd na het uitkomen van de Amerikaanse norm TIA-942 in 2005 die de minimumeisen voor een datacenter, voor wat betreft telecommunicatie-infrastructuur, omschrijft. Datacenters kunnen Tier 1 t/m 4 geclassificeerd zijn door het Uptime Institute. Hoe hoger de classificatie, hoe beter de beschikbaarheid van het datacenter is.

Omdat Europa en de Verenigde Staten zaken op verschillende manieren organiseren, zoals het enkelvoudige stroomnet en de wet en regelgeving, is het in Europa per land verschillend of datacenters aan de gestelde eisen voldoen.

Het verschil tussen Tier 3 en Tier 4

Een TIER 3 datacenter biedt een beschikbaarheid van 99,98%. Met deze configuratie is het mogelijk om onderhoudsperiodes te beheren zonder de continuïteit van de dienst op de servers te beïnvloeden. Echter, deze datacenters zullen niet beschermd zijn tegen uitval in geval van ernstige incidenten op verschillende onderdelen van de infrastructuur. Met andere woorden, de Tier 3 datacenters hebben geen totale modulaire redundantie.

TIER 4 is het hoogste garantie niveau dat een datacenter kan bieden. Namelijk 99,99% beschikbaarheid. Dit is een volledig redundante categorie, qua elektrische circuits, koeling en het netwerk. De architectuur weerstaat de meest ernstige technische incidenten. Dit, zonder de beschikbaarheid van de server ooit te beïnvloeden.

Bij iedere TIER-classificatie wordt minimaal een UPS gebruikt. Een UPS (Uninterruptible Power Supply) is een voeding die ononderbroken spanning levert aan achterliggende apparatuur. Een andere term die hiervoor gebruikt wordt, is no-break voeding. Wanneer het voor gebruikers van netspanning belangrijk is dat ze van een continue spanning worden voorzien dan worden deze achter een UPS-installatie geplaatst. Men vindt dit soort installaties dan ook bij datacenters, banken, verzekeringen en alle andere toepassingen waar een 100% netspanning gegarandeerd moet worden. Omdat deze UPS verschillende taken worden toebedeeld in de classificaties is het van belang welk type er gebruikt wordt. De twee taken die de UPS heeft zijn het filteren van het inkomende signaal en het overbruggen van de spanningsdip die ontstaat bij het overschakelen van stroom geleverd door de netbeheerder naar noodvoeding.

Kosten en baten

Het is lastig de kosten van de aanleg van TIER-classificaties te bepalen. De kosten hangen vooral af van de te gebruiken oppervlakte en componenten. De benodigde energie hangt af van het verbruik van de componenten. En van de vereiste koeling van de ruimte. Bij TIER 3 en 4 gaat het al gauw om miljoenen euro’s die men op voorhand moet investeren.

Certificering geeft geen absolute garantie. Maar het maakt kwaliteit beter aantoonbaar voor derden. Het is een externe kwaliteitsbeoordeling aan de hand van heel duidelijke normen en/of eisen door een onafhankelijke instantie.

Peter Witsenburg – Cloud Makelaar

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in